Kronen, bruggen en implantaten

Na het herhaaldelijk vullen van een tand of kies is er soms uiteindelijk te weinig tandmateriaal over om opnieuw te kunnen vullen. De betreffende kies moet dan van een kroon worden voorzien. Een kroon is een porseleinen ‘kap’ die in vorm en kleur gelijk is aan de eigen kies. De kroon wordt op de stomp van de kies gecementeerd.

Voor het maken van een kroon worden twee behandelafspraken gepland. Tijdens de eerste (langere) afspraak wordt de kies ‘omslepen’. De kies wordt lokaal verdoofd. Van de omslepen kies wordt een afdruk gemaakt. Na deze behandeling wordt de kies van een tijdelijke noodkroon voorzien. Na twee weken is de definitieve kroon gereed. Tijdens de tweede (kortere) behandeling wordt de definitieve kroon geplaatst. De definitieve kroon is door de tandtechnieker gemaakt.

Een ontbrekende kies kan worden vervangen door een brug. Bij een brug dienen de buurkiezen naast de ontbrekende kies als pijlerelementen. Deze buurkiezen dragen de kronen. Tussen deze kronen bevindt zich de ‘dummy’; de vervanger op de plaats van de ontbrekende kies.

Een getrokken kies kan ook vervangen worden door een implantaat. Een implantaat is een titanium schroef die in de kaak wordt geplaatst. Op de schroef wordt een kroon gezet. Voor het plaatsen van een implantaat wordt u verwezen naar bijvoorbeeld de kaakchirurg. Zodra het implantaat voldoende in het kaakbot is verankerd, kunnen in onze praktijk de afdrukken worden gemaakt voor de kroon op het implantaat. Tijdens de tweede behandeling wordt de door de tandtechnieker vervaardigde kroon op het implantaat gecementeerd.